Chinees zijde, een bepaald weefsel, bestond al in het oude China. Horden van fans verlangden ernaar omdat het mooi en zacht was. Duizenden jaren lang hebben mensen in China zijde geproduceerd — en het is nog steeds een favoriet vandaag de dag. Snel, even wat geschiedenis over Chinees zijde!
Chinees zijde is oud. De keizerin Xi Ling Shi staat in een populaire legende bekend als de ontdekker van zijde. Op een dag zag ze een zijderupsenkokon in haar thee. Toen ze de kokon openspoot, vond ze binnenzijde draad. En dat was het begin van het maken van zijde in China.
Zijde wordt tegenwoordig nog steeds op traditionele wijze gemaakt, met methoden die door de generaties heen zijn doorgegeven. Suzhou, waar Suzhou Esa Silk gevestigd is, produceert hoogwaardige zijde. De mensen daar verzorgen de zijderupsen, verzamelen hun cocons en trekken de zijdedraad voor fijn weefsel.
Een van de redenen waarom mensen Chinees zijde graag mogen, is omdat het prachtige patronen heeft. Draken, feniksen en bloemen zijn populaire traditionele Chinese ontwerpen die vaak op zijde worden aangetroffen. Deze ontwerpen laten de zijde echt tot leven komen.
Het verhaal van Chinese zijde begint met de zijderups. Zijderupsen zijn de kleine rupsen die cocons van zijde spinnen voor bescherming. De zijdedraden worden afgerold van de cocon en vervolgens gesponnen tot garen, dat kan worden geweven tot stof.
In China is zijde een symbool van rijkdom en status. Mensen droegen fijne zijdekleding om hun succes en stijl te laten zien. Tegenwoordig wordt zijde nog steeds gebruikt voor luxe kleding, zoals die gedragen wordt bij bijzondere gelegenheden, waaronder huwelijken en festivals.
Chinese zijde werd al verhandeld langs oude handelsroutes die reeds 200 jaar voor Christus waren gevestigd, een uitgebreid netwerk dat in het oosten reikte tot aan de bronnen van de Mekongrivier en in het westen tot Perzië, waar Rome het via import verkreeg. Handelaren zochten naar zijde omdat het mooi en schaars was.